In Bureau (…) vertelt Rie Bosman hoe het haar vergaat in tijden van binnenzitten en thuiswerken. Zo levert ze haar eigen bijdrage aan het thuisonderwijs door haar kleinkinderen voor te lezen uit klassieker. Er komen er films voorbij, wordt getuinierd, gefietst en gewandeld en niet te vergeten, ook gewerkt. Over de boeken die naar voren kwamen in de opdrachten voor Cyclus en Maatschappijtheorieën is Rie in ieder geval nog niet uitgepraat.
Een mooi initiatief van SoAP, om ons Vanuit Huisman te berichten. De titel roept bij mij, met respect voor Mark, de vraag op of ook hier Wet van Sullerot van toepassing is. Heeft Huisman toch meer status dan Huisvrouw? Maar ik durf de hypothese wel aan dat in de huidige omstandigheden, waarin beide partners èn de kinderen langdurig samen thuis zijn, de vrouw het leeuwendeel van de zorgtaken en het huishoudelijk werk voor haar rekening neemt. De specialisatieval, noemt socioloog Matthijs Kalmijn dat. Maar er zijn belangrijker vraagstukken om te onderzoeken, ook in deze coronatijd. Neem bijvoorbeeld de vraag van mijn Amsterdamse collega Thijs Bol die onderzocht wat het effect van ‘thuisonderwijs’ is voor kinderen uit kansarme gezinnen. Het antwoord laat zich raden: hoogopgeleide ouders voelen zich (veel) beter in staat om hun kinderen met het huiswerk te helpen dan laagopgeleide ouders. Verder hebben, opnieuw niet onverwacht, jongens in het voortgezet onderwijs het meeste last van de scholensluiting.
Thijs Bol baalt ervan dat hij niet heeft gevraagd hoeveel uur de ouders hun kinderen helpen, ík zou graag willen weten of het met name de moeders zijn die deze taak verrichten.
En dan hebben we het nog niet over de kinderen die gewoon ‘uit beeld’ zijn geraakt tijdens de lange periode waarin de scholen gesloten waren. Zijn deze kinderen allemaal weer terug gekomen nu de scholen weer open zijn?
Zelf leverde ik een bijdrage aan thuisonderwijs door wekelijks op mijn vaste oppasdag twee uur voor te lezen aan mijn kleinkinderen van 4 en 6 jaar – papa en mama hebben dan een Teams vergadering. Vier en zes luisteren twee uur lang ademloos naar de avonturen van Abeltje, in de bloemrijke taal van Annie M.G. Schmidt die geen enkel moeilijk woord schuwt. De kinderen laten zich daardoor al evenmin van de wijs brengen en genieten van het spannende verhaal. Grootouder, dàt is pas een vitaal beroep!
Ondanks de ‘lege’ agenda kom ik veel minder aan lezen toe dan in normale tijden. Ik las ‘Vallen is als vliegen’ van Manon Uphoff, dat genomineerd is voor de Libris prijs. Ik ben benieuwd of de jury dit openhartige, onthutsende, maar toch niet erg toegankelijke boek durft te bekronen. Ik lees nu ‘Memories of the Future’ van de Amerikaanse schrijfster Siri Hustved. Een toepasselijke titel in een situatie waarin we ons weemoedig dingen uit vroeger tijden herinneren en ons afvragen of die in de toekomst ooit nog terug zullen kunnen. Ik heb dat al als ik naar films of documentaires kijk en zie hoe dicht mensen bij elkaar staan en elkaar aanraken, ik wil ze wel toeroepen: houd afstand! Voorbeelden van wat ik zie zijn de dagelijkse aflevering van de ziekenhuisserie ‘House’, met in de hoofdrol de gelauwerde Britse acteur Hugh Laurie die op eigenzinnige wijze tot geniale diagnoses komt. Dat is mijn guilty pleasure, maar ik begin al een zekere verzadiging te bereiken. In het weekend zie ik, heel verantwoord, twee of drie afleveringen van ‘Weissensee’, een prachtige ARD serie over het laatste decennium waarin de Stasi met harde hand over de DDR regeerde. Een lang uitgesponnen ‘Das Leben der Anderen’, ook zo’n prachtige film over dezelfde thematiek.
Denk echter niet dat Bureau Bosman zich uitsluitend bezig houdt met huishouden, tuinieren, voorlezen, lezen, telefoneren met vrienden, tv-kijken, fietsen en wandelen (voor de broodnodige beweging). Het leeuwendeel van de dag was ik de afgelopen tijd bezig met ‘secundair lezen’, dat wil zeggen de opdrachten en de recensies die de derdejaars bachelors geschreven hebben voor de Cyclus Maatschappijtheoriëen. Naast zeven opdrachten over de gepresenteerde boeken moeten de studenten als eindopdracht voor het college een recensie schrijven over een zogeheten ‘maatschappijboek’. De keuze was vrij maar het boek moest wel aan bepaalde minimumeisen voldoen. Een eerste opbrengst is voor deze docent altijd het rijke palet aan thema’s en boeken, een interessant kijkje in de interesses van studenten. De boeken uitgegeven door De Correspondent zijn altijd populair, de grote werken van Yuval Harrari over de mensheid ontbreken geen enkel jaar. Maar thematisch is de spreiding dit jaar enorm groot, ik kan op het eerste oog wel 20 thema’s onderscheiden. Er zijn klassiek-sociologische werken bij als Stigma van Erving Goffman, Bowling Alone van Putnam, of Happiness van Richard Layard. Er zijn klassieke en moderne feministische boeken als The Reproduction of Mothering van Nancy Chodorow of Invisible women: exposing data bias in a world designed for men, van Caroline Criado Perez. Of, modern sociologisch-feministisch: Tegen de Vrouwen van Abram de Swaan. Dat wordt vast een klassieker. Een prachtige titel is Why I am no longer talking to white people about Race, van Reni Eddo-Lodge. En een relatief grote categorie (wat heet: 4 boeken) gaat over de omgang met data, feiten, en nepnieuws.
Het is duidelijk: een analyse van deze rijke oogst verdient een aparte uitgave van Bureau Bosman. En het is evenzeer duidelijk dat ik me de afgelopen weken niet verveeld heb. Hoezeer ik jullie allemaal ook mis en uitkijk naar ontmoetingen in het Boumangebouw.
Rie Bosman