Op dit moment zit ik samen met mijn medesociologen Saske en Marleen, en mede RUG-student Eline in SUNY Geneseo, een universiteit liggend in de staat New York. Na anderhalve maand zijn we al redelijk aan de Amerikaanse lifestyle gewend en zouden we al bijna kunnen slagen voor het Amerikaanse inburgeringsexamen. Hoe nieuw en overweldigend het hier de eerste weken nog was, zo normaal begint het nu te worden. Toch zijn hier genoeg alledaagse dingen waar we het cultuurverschil toch écht wel merken. Hier een paar van mijn ervaringen.Allereerst, Amerika is echt ontzettend betuttelend. Je zou het er bijna benauwd van krijgen. Als een klein kind word je aan de hand genomen en alles (maar dan ook ALLES) wordt aan je uitgelegd in de eerste weken. Niet alleen waar je je rooster kunt vinden en hoe je je in kunt schrijven voor klassen. Nee, hier krijg je zelfs lesjes ‘hoe kleed ik me op college’ en zelfs een spoedcursus seksuele voorlichting kwam voorbij. En omdat ze je gelijk willen indoctrineren met het feit dat participatie hier erg belangrijk is, kreeg je de eerste weken als je eigen initiatief toonde of het woord nam in de zaal een bemoedigend applausje en mocht je naar voren komen om een cadeautje op te halen. Professoren nodigen je uit op huisborrels en medewerkers vinden het toch wel erg leuk als je af en toe een praatje komt maken. Ook zijn ze hier niet misselijk van pop-up quizzen en worden behoorlijke percentages van je cijfer bepaald door je participatie in de klas. De Groningse ‘ik ga acher in de collegezaal zitten en houd mooi me mond’ tactiek is hier niet mogelijk.
Maar hoe hard ze hier ook proberen de studenten geforceerd in toom te houden, het protocol werkt aardig averechts. Omdat wij natuurlijk uit hét drugsparadijs komen, is menig Amerikaan van mening dat ze hun hele drugsleven maar met ons moeten delen. Iedereen verwacht dat we dagelijks thuis toch wel een jointje roken, want je komt tenslotte uit ‘Amsterdam’ nietwaar? Ik kan je vertellen, menig Amerikaan is toch meer in de ban van drugs dan wij zijn. Ook in de kroeg gaat het er soms vrij heftig aan toe. De Amerikanen gaan hier he-le-maal los. Ik weet niet of jullie in Nederland wat hebben meegekregen van Miley Cyrus en haar ‘twerking’-dansje? (een zeer hot topic hier de afgelopen weken). Nou, zo danst het gros van de studenten hier dus. Doordeweeks zijn ze de meest gedisciplineerde studenten die ik ooit in mijn leven heb gezien, maar in het weekend…
Hoewel deze column misschien nogal Maarten van Rossum pessimistisch-achtig aan mag doen, ik heb niets anders dan lof voor dit land én voor de campus. We hebben al heel wat mooie reisjes gemaakt (New York, Niagara watervallen), maar ook staan er zeker geen misselijke reisjes op de planning (Boston, Bahama’s, San Fransisco, Los Angeles). Het is een ervaring opzich om 24/7 met mensen om je heen te zijn. Je deelt je kamer met één ander, je hebt een groot hok waar de douches, wc’s en wasbakken zijn en eten doe je met zijn allen in een van dininghallen. Ook hebben we een hele leuke groep internationale studenten waar we veel mee optrekken. Daarnaast leer ik de Amerikaanse cultuur kennen doordat ik wonder boven wonder in het Geneseo varsity tennis team ben beland, wat betekent dat je iedere dag traint en ‘s weekends meestal wedstrijden hebt, maar ook verantwoordelijk bent voor andere sociale praktijken zoals het welkom heten van recruits en afspraken met de sportpsycholoog. Amerika, niet voor niets het land van de kansen!
Dat was het voor nu lieve Nederlandse medesociologen, tot snel!
Een column door Miram van Voornveld