Derdejaarsstudent Elis Maat stelt vragen, waarvan ze zich afvraagt, of ze die wel moeten stellen. Het blijft ook maar de vraag hoe mensen zullen reageren, als je vragen stelt. Echter, ze uitspreken kan ook leiden tot nieuwe inzichten. Elis richt zich in haar stuk daarom op het belang van discussie, in het kader van de verkiezingen van de faculteitsraad.
Het belang van de discussie
Het is een botte vraag om te stellen: zijn de coronamaatregelen die de overheid neemt het waard? Bijna negentig procent van de mensen die overleden zijn aan het virus is ouder dan 70 jaar. Een ruime zestig procent is zelfs ouder dan de levensverwachting van 81 jaar. Degenen die overleden waren veelal al zwak. De vraag of de maatregelen het waard zijn, komt voort uit het feit dat ze een enorme impact hebben op verschillende aspecten van ons leven. Veel besproken zijn de economische gevolgen. Daarnaast krijgen mensen die al gezondheidsklachten hadden van een ander soort – fysiek of mentaal – niet meer altijd de hulp die ze nodig hebben. Anderen verkeren in gevaar door de toename van huiselijk geweld. Over de kwaliteit van leven geldt voor velen dat deze is afgenomen door het gebrek aan sociaal contact. Het College voor de Rechten van de Mens stelt zelfs dat meerdere van onze grondrechten worden geschonden, zoals de vrijheid van vergadering en betoging, de bewegingsvrijheid, de toegang tot de rechter en het recht op onderwijs.
Wie worden er gered dankzij de maatregelen en ten koste van wie gaat dat? Is het leven van een oudere minder belangrijk dan dat van een jongere, alleen maar omdat het waarschijnlijk korter voortduurt? Ben ik als ik een dergelijke vraag aankaart een moreel slecht persoon? Het zijn vragen die ik mij stel, maar snel weer naar achteren druk. Want als het alternatief wordt gevormd door overvolle IC’s waar ziekenhuismedewerkers moeten kiezen wie ze wel of niet helpen, is er eigenlijk geen alternatief. De maatregelen zijn noodzakelijk. Punt.
Schrijvend aan dit stuk twijfel ik of ik er goed aan doe om dit aspect van het coronavirus aan te kaarten. Het zou ertoe kunnen leiden dat men denkt dat het overlijden van deze voor mij onbekende mensen me koud laat. Het gevoel van terughoudendheid dat ik ervaar, komt denk door de controverse van het onderwerp. Toch denk ik dat het goede vragen zijn om te stellen, omdat ze, wanneer ze niet naar de achtergrond worden verdrukt, discussie opleveren. Ik ervaar wat politiek filosofe Hannah Arendt uitlegt als kwetsbaarheid. Zij stelt dat we niet weten wat onze uitspraken en acties voor gevolgen zullen hebben. Deze onvoorspelbaarheid leidt ertoe dat we soms moedig moeten zijn om te spreken. Toch is het volgens haar belangrijk om ons hier niet door te laten tegenhouden, omdat spreken (naast handelen) ons in staat stelt nieuwe dingen te creëren.
Zo ook de discussie. Zonder discussie komen we niet vooruit. Discussie leidt tot nieuwe inzichten en perspectieven. Dit maakt het waardevol om met elkaar in gesprek te gaan, ook wanneer de ander heel verschillende gedachten heeft. Op landelijk niveau zijn de verkiezingen een belangrijk moment voor iedere burger om zijn of haar stem te laten horen. Die stem is wellicht niet doorslaggevend maar vormt als onderdeel van een collectief een belangrijk aspect van de democratie, die niet zonder de inbreng van burgers kan. Dit geldt ook voor de universiteitspolitiek. Staande op de lijst voor de faculteitsraad van onze faculteit hoop ik van harte dat vele studenten tijdens de verkiezingen van 8 tot en met 12 juni hun stem zullen uitbrengen. Voor mij is het belangrijk dat studenten in discussie kunnen treden met het universiteitsbestuur en de besturen van de faculteiten. Waar deze discussie over gaat, kan jij mede bepalen door middel van jouw stem.
Elis Maat